WEER SPREUKEN VAN ALLE DAG

Meteo Tuitjenhorn.

Weerspreuken algemeen

Plonst en duikelt eend en gans, is er voor regen kans.
Fluit de merel de ganse dag, dan komt er snel een regendag.
Zingt de vink in de vroege morgenstond, wis en zeker zij regen verkondt.
Bij klagend geroep van de wulp over het land , houdt het mooie weer geen stand
Vliegt de zwaluw hoog, 't blijft overwegend droog.
Ooievaars met een smerig verenpak, voorspellen regen.
Vliegen de zwaluwen laag, nadert een regenvlaag.
Krassen kraai en raaf verbolgen, weldra zal er regen volgen.
Vliegt de zwaluw hoog, blijft het droog. Vliegt ze laag over de weide, verwacht ze regen aan haar zijde.
We houden het zeker ook niet droog, als de kraaien zich krassend naar hun schuilplaats begeven.
Blijven de zwaluwen lang, wees dan voor de winter niet bang.
Houden de kraaien school, zorg dan voor hout en kool.
Als de zwaluwen scheren over water en wegen, dan komt er en dan blijft er regen.
Kraaien vlak bij schuur en huis, de winter voelt zich thuis.
Broedt de spreeuw vroeg in april, er is een schone meimaand op til.
Waar de zwaluw het huis siert, zal het hemelvuur voorbijgaan.
Als de koekoek roept wordt het mooi weer.
De zwaluwen onder het dak, brengt guldens in de zak.
Als voor het laatst de koekoek roept, is de zomer weer versnoept.
Zingt de leeuwerik hoog in de lucht, zo brengt hij ons mooi weer.
Blijven de zwaluwen lang, wees voor de winter niet bang.
Zingt de leeuwerik hoog in de lucht, heerlijk weer voorspelt zijn vlucht.
Als de specht roept: giet, giet, hij bedriegt u niet.
Vliegt de leeuwerik naar omhoog, dan wordt de hemel klaar en droog.
Als de specht lacht, hij regen verwacht.
Als de leeuwerik niet hoog stijgt, duidt het erop dat men koude krijgt.
De specht lacht, regen verwacht.
Zolang de leeuwerik voor Lichtmis zingt, zolang na Lichtmis zijn lied niet klinkt.
Als de uil bij regenweer krijst en roept, is er mooi weer te verwachten.
Als de ganzen naar het zuiden vliegen, zijn het vooral de schaatsers die ze bedriegen.
Horen we de steenuil roepen, zeker is mistig weer te verwachten.
Meeuwen op 't land, er is storm op de hand.
De kat op een stoel, reken op een natte boel.
Draait de kat haar kont naar het vuur, wind en regen, koud en guur.
Hebben katten in de herfst een heel dikke vacht, dan wordt een strenge winter verwacht.
Keert de kat haar rug naar het vuur daar komt sneeuw van op den duur.
Regen is ook zeker te verwachten als katten veelvuldig in de schors van bomen krabben.
Als de kat zich wast, komt er mooi weer.
Als de spinnen vlijtig buiten weven, zullen wij mooi weer beleven.
Gaan de mieren al aan het garen, in de tweede maand van het jare. Zeker moogt ge vast verwachten, late vorst en koude nachten.
Als de spinnen hun bestaande web verscheuren, duidt dit op een naderende storm of onweer
Hoe feller vlieg en horzel steken, hoe eerder het onweer los zal breken.
Maakt de spin in net web een scheur, dan klopt stormwind aan de deur.
Zijn de wespen niet in rust, dan is er stormweer op de kust.
Als inde zomer de mieren hoge hopen opwerpen, volgt er een natte en koude herfst.
Als spinnen warmere plaatsen gaan opzoeken, is er kouder weer op komst.
Zijn er in de herfst veel kruisspinnen, dan wijst dit op een snel invallende kou en op een snel naderende winter.
Graaft de mier een diepe gang, wordt de winter streng en lang. Maar nog erger zal het ons berouwen, als de mieren hoge nesten bouwen.
Als in juli de vliegen de mieren, zal augustus ons met onweer bestieren.
Als de muggen dansen gaan, is het met de regen zeker gedaan.
Als de donderbeestjes ons komen plagen, volgt er zeker regen en onweer.
Vliegen en kruipen de lieve-heers-beestjes in groten getale, zeker zal er spoedig regen komen.
Als de bij haar korf verlaat, maakt zeker dan op regen staat.
Als er muggenzwermen dansen, krijgt 't schoon weerke alle kansen.
Als de bijen allemaal samen naar huis vluchten, zit er regen aan de luchten.
Blazen de muggen in februari alarm, houd dan in maart de oren warm.
Als de bijen naar huis vluchten, is zwaar onweer aan de luchten.
Als februari de muggen zwermen, moet men in maart de oren wermen.
Februari muggendans, geeft voor maart slechte kans.
Steken de vliegen, dat kan niet liegen, zij voorspellen regen, allerwegen
Is 's avonds laat de spin ter been 't zal gaan regenen tien voor één.
Komen de vissen naar boven, dan is er mooi weer te beloven.
Er zal zeker veel wind komen, als de schapen rondspringen en stoeien.
Kruipen de schapen in de wei dicht bij elkaar, dan komt er wind of regen.
Als de hoenders kakelen lang en goed , zal het regenen in overvloed.
Als de hanen veelvuldig kraaien, zal het weer gaan draaien.
Storm gaat er komen, als de hanen hun staart laten hangen.
Het kraaien van de haan, kondigt regen en wind aan.
Kraait de haan in de avond of in de nacht, dan wordt er ander weer verwacht.
Als het haantje na de middag kraait, is 't zeker dat 't weer verdraait.
De beste windwijzer is de koe, ze draait altijd haar kont naar de regen toe.
Kraaien de hanen midden op de dag, men zeker regen verwachten mag.
Als de kippen schuilen gaan, is het met het regenen gauw gedaan.
Als de slakken kruipen gaan, dan is 't met het mooie weer gedaan.
De padden wijzen regen aan, zijn zij ’s avonds op de baan.
Slakken op de wegen, voorspellen ons doorgaans regen.
Kwaken de kikkers eensgezind , komt er vast weer hoge wind.
Als padden en slakken gaan kruipen, zullen ze snel in regen verzuipen.
Kikvorsgekwaak, regen in maak.
Als de kikvors zonder ophouden kwaakt, wordt er zeker regen gemaakt.
Kraait de haan niet bij het avondrood, dan krijgen we regen of de haan is dood.
Veel noten, harde winter.
Worden de bladeren, geel en krom, kijk naar uw kachel om.
Veel noten op het harde hout, maakt de winter hard en koud.
Brengt de zomer veel eikels en beukennootjes, het zal een strenge winter worden.
Zeker zal er regen komen als de klokjes van de bloeiende haagwinde overdag dicht gaan.
Zijn de dennenappels ver geopend, dan zal het zeker mooi weer blijven.
Als de bomen twee keer bloeien, zal de winter tot mei zich met ons bemoeien.
Als midden op de dag de bloempjes van het muurplantje zich sluiten, komt er regen.
Bloeien de bomen tweemaal op een rij, zal de winter zich rekken tot in mei.
Verwacht ook regen als de gevallen dennenappels zich sluiten.
Houden de bomen hun bladeren lang, weest voor een strenge winter bang.
Elzenhout vroeg in de knop, een strenge winter wacht ons op.
Vallen de bladeren niet vroeg, dan wordt de herfst niet oud.
...Achter de wolken schijnt de zon.
...'s morgens een kind 's middags een man 's avonds ('s nachts) verneem je er niets meer van.
Molenaars gebruikten deze spreuk vroeger omdat "hoge wind" in het voorjaar deze kenmerken vertoon
t
...Alle winden hebben keerwinden.
...Allerzielensneeuw voorspelt een zacht voorjaar.
...Als de bijen naar huis toe vluchten zit er regen aan de luchten.
...Als de dagen lengen, begint de kou te strengen.
...Als de gesmeerde bliksem.
...Hebben de wolken 's morgens rode randen, altijd is er wind en nat voorhanden.
...Als de kippen schuilen gaan, houdt de regen zelden aan.
...Als het ijs gebroken is.
...Als het getij verloopt, verzet men de bakens.
...Als de slakken kruipen gaan, is't met het mooie weer gedaan.
...Als het regent uit het oosten, regent het zonder vertroosten.
...Als een donderslag bij heldere hemel.
...Als een ezel het te goed gaat, gaat hij op het ijs dansen.
...Als 't regent, regent het op alle daken.
...Als de dagen lengen, gaan de nachten strengen.
...Als de zon schijnt in het westen, werken de luien als de besten.
...Als 't buiten woedt, is't binnen goed.
...Als de dagen lengen, begint de winter te strengen.
...Avondrood brengt mooi weer aan boord.
...Beslagen ten ijs komen.
...Daar kun je donder op zeggen.
...Daar komt een schip met zure appelen.
...Dat kan het daglicht niet verdragen.
...Dat waait je niet vanzelf aan.
...Dat is een doorgewinterd iemand.
...De bui afwachten.
...De molen naar de wind keren.
...De bui zien hangen.
...De mensen maken de almanak, maar God maakt het weer.
...De wind in de zeilen hebben.
...De wind in de rug hebben.
...De wind waait uit de verkeerde hoek.
...De zon wil ook wel eens schijnen door kleine raampjes.
...De molen gaat niet om met de wind die voorbij is.
...De opgaande zon aanbidden.
...Een kring om de zon brengt regen in de ton.
...Een kring om de maan dat kan nog gaan, maar een kring om de zon daar huilen vrouw en kinderen om.
...Een luchtje scheppen.
...Een herfst warm en klaar, is goed voor 't volgend jaar.
...Er is niets nieuws onder de zon.
...Er is onweer aan de lucht.
...Er zit broei in de lucht.
...Er zit geen vuiltje aan de lucht.
...Er de wind onder hebben.
...Grauwe nevels is gebleken, zijn van kou een zeker teken.
...Een zwaluw maakt nog geen zomer.
...Beter een vogel in de hand is beter als tien in de lucht.
...Geeft Allerheiligen zonneschijn, dan zal het spoedig winter zijn.
...Geeft st Hilarius zonneschijn dan zou het weldra kouder zijn.
...Geen wolkje aan de lucht.
...Hoe verder het zicht hoe dichterbij de regen.
...Overvloed van dauw maakt de hemel blauw.
...Rijp aan boom en plant, houd meestal geen drie dagen stand.
...Geen zee gaat hem te hoog.
...Het gaat hem voor de wind.
...Het ijs heeft nog geen balken.
...Het begint hem te schemeren.
...Het is niet overal zomer waar de zon schijnt.
...Het is nooit zo donker, of het wordt wel weer licht.
...Het getij mee hebben.
...'s morgens dauwdruppels op het gras op bloemen en in webben, zeker zullen we mooi weer gaan hebben.
...Het regent oude wijven.
...Het komt toch aan de dag, wat onder de sneeuw verborgen lag.
...Hij is in de wolken.
...Hij kan de zon niet in het water zien schijnen.
...Hij stond daar als door de bliksem getroffen.
...Als het gaat regenen uit de hoge, dan komt het niet met vlagen, maar soms met hele dagen.
...Hij keek als door de donder getroffen.
...Hoge bomen vangen veel wind.
...Hoog en droog.
...Als het regent voor acht ure, gaat het zeker niet de hele dag gaan duren.
...Iemand in het zonnetje zetten.
...Iemand de wind uit de zeilen nemen.
...In februari klagen de boeren het meest.
...Een waterige zon en bleke maan, kondigen beide regen aan.
...In de schaduw van iemand staan.
...Kerk houden onder Gods blauwe hemel.
...Loop naar de bliksem.
...Als de rook naar de aarde slaat, weet dat het regenen gaat.
...Meeuwen op het land, storm aan het strand.
...Men moet de huik naar de wind hangen.
...Rook uit de schoorsteen recht omhoog, we houden het zeker mooi en droog.
...Ruikt men de roet in de schouw, dan komt de regen gauw.
...Met sintjuttemis, als de kalveren op het ijs dansen.
...Met mist vorst in de kist.
...Mooi weer spelen.
...Mooi weer spelen van een ander z'n geld.
...Morgenrood, brengt water in de sloot..
...Niet van de wind kunnen leven.
...Gaat de wind met de kippen naar bed, zo staat hij er morgen ook mee op.
...Nieuwe maan met helder licht, brengt ons van droogte het bericht.
...Nieuwe maan met donkere vlekken, kan tot bewijs van regen strekken.
...Nu spoedt de zomer weer ten end, en de hitte gaat verminderen.
...Op oud ijs vriest het licht.
...Hoe losser de wind, hoe vaster het weer.
...Regent het op de baas, dan drupt het op de knecht.
...Regen in september, Kerst in december.
...Sneeuw op slik, geeft ijs dun of dik.
...Komt de wind uit het noorderland, lang houd het weder stand.
...Van de regen in de drup.
...Vliegt de zwaluw hoog, dan blijft het weer mooi en droog.
...Voor dag en dauw.
...Voor een schip zonder roer, is elke wind tegenwind.
...Voor de bui binnen zijn.
...Vorst in september, zachte december.
...Vorst met afgaande maan, houdt bijna altijd aan.
...Komt wind voor regen, dan is er niets aan gelegen, doch komt regen voor wind, berg dan de zeilen gezwind.
...Waait de wind uit die hoek?
...Wie wind zaait zal storm oogsten.
...Waar veel licht is, valt ook diepe schaduw.
...Wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon gaan staan.
...Wie in toorn handelt, gaat in storm onder zeil.
...Noorden wind met volle maan kondigt een strenge winter aan.
...Wie slechts een gewaad heeft, wast het niet als het regent.
...Wie boter op z'n hoofd heeft moet niet in de zon gaan staan.
...Oostenwind met regen duurt drie dagen, zes of negen.
...Zich op glad ijs begeven.
...Zijn neus in de wind steken.
...Zo hoog in de winter de sneeuw, zo hoog in de zomer het gras.
...Zo komt Jan Splinter door de winter.
...Zo lopen de gootjes als het regent.
...wind in de nacht opgestaan, brengt regen aan.
...Zo de wind waait, waait z'n jasje.
...Zoveel ijzelluchten in de winter, zoveel koren in de oogst.
...Met een zonnige dag en een vochtige nacht staat al wat bloeit in volle pracht.